WdZ Scheveningen groep 1 en 2
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Een kleuter hoeft zeker nog niet alle letters te kennen, maar herkennen... dat kunnen ze vaak al wel. Gewoon door te kijken welke hetzelfde is. Deze oefening is voorbereiding op het lezen.

 

Voor deze oefening heeft u iets nodig waar u de letters op kunt schrijven (op het voorbeeld worden cupcakevormpjes gebruikt), wat bakjes (voorbeeld: een cupcake bakblik) en iets kleins waar de letters op kunnen worden geschreven (voorbeeld: witte bonen). Een permanente stift is daarbij ook wel heel makkelijk. 

 

Begin met niet te veel letters, bijvoorbeeld de s, m, o, e, en b. Schrijf deze op het papiertje of het cupcakebakjke. Leg deze in de bakjes. Schrijf dezelfde letters nu op de witte bonen. Doe er bijvoorbeeld 4 van de s, 4 van de m, etc. Kijk samen met uw kind naar de letters en vertel welke klanken het zijn. De kinderen moeten nu gaan kijken waar ze dezelfde letter zien als op de boon en het in het goede bakje doen. 

 

Als het goed gaat, kunt u het aantal letters uitbreiden.

Staatsbosbeheer heeft heel veel leuke activiteiten gebundeld die buiten door de kinderen kunnen worden gedaan, in de eigen tuin of omgeving. Ook voor de kinderen in groep 1 en 2 zitten er erg leuke dingen bij. Gaan jullie mee naar buiten?

 

https://www.staatsbosbeheer.nl/doe-opdrachten-voor-in-de-tuin

 

 

Bij de kleuters zijn we bezig met het voorbereidend rekenen. Getallenkennis en het tellen is daarbij natuurlijk heel belangrijk.

 

Dit heeft u nodig nodig:

Een lege schoenendoos, een vel wit of gekleurd papier

 

Zo werkt het:

Laat uw kind een getal kiezen waarmee hij of zij een getallendoos wil maken. Voor jonge kleuters is een getal tot 5 prima, voor oudere kleuters of goede tellers kun je een getal tot 10 nemen.

Plak een mooi vel papier op de schoenendoos en teken (u of uw kind zelf) hier het aantal stippen op van het getal met daarnaast het cijfer.

Nu gaat uw kind zoeken naar kleine spulletje om in de getaldoos te stoppen. Dat moeten er steeds net zo veel zijn als het getal. Bij 3 zoekt het kind dus 3 knikkers, 3 vorken, 3 potloden, 3 onderbroeken, enzovoort.

 Samen de tafel dekken is een mooi moment om het tellen te oefenen. U hoeft natuurlijk niet alle oefeningen allemaal tegelijk te doen. Zo wordt het tafeldekken iedere keer een leuk en leerzaam moment.

 

1. Vraag uw kind de borden en het bestek te tellen dat is klaar gezet.

2. Vraag uw kind borden klaar te zetten voor het gezin. Hoeveel zijn er dan nodig?

3. Oma en opa komen ook op bezoek. Hoeveel borden zijn er dan nodig? Laat uw de borden uittellen. En als oom en tante met nichtjes en neefjes ook nog komen?

4. Zet tijdens het tafel dekken te weinig borden neer. Vraag hoeveel borden er te weinig zijn.

5. Zet tijdens het tafel dekken te veel borden neer. Vraag hoeveel borden er te veel zijn.

6. Zet aan de linkerkant van de tafel meer borden dan aan de rechterkant. Vraag waar er meer staan. En waar staan er minder?

7. Leg bestek neer op tafel. Vraag je kinderen iedereen genoeg bestek te geven. Laat uw kind van tevoren vertellen hoeveel hij van elk nodig heeft. Hoeveel vorken? Hoeveel messen en hoeveel lepels?

8. De rangtelwoorden (eerste, tweede, etc) kunt u oefenen door bijvoorbeeld te vragen: leg een servet op het derde bord. Of zet een glas bij het tweede glas.

 

(Advertentie)

Op deze pagina staan activiteiten die al op een themapagina hebben gestaan, maar die altijd leuk zijn om te doen.

Bij deze bingo zijn de kinderen lekker buiten. Ze leren dat ieder huis een nummer heeft. En - best lastig - dat bijna bij elke straat de nummers steeds 1 getal overslaan: 1, 3, 5 en 7. Of 2, 4, 6 en 8. Ook leren ze de getallen herkennen.

 

Teken voor deze bingo op een aantal vellen 9 vakjes. Schrijf in deze vakjes huisnummers. De kinderen van groep 1 kennen misschien al de getallen van 1 t/m 5, de kinderen uit groep 2 misschien zelfs al t/m 10. Wanneer u door meerdere straten loopt, kunt u het bij deze lage getallen houden. Als u in 1 straat blijft, wordt dat natuurlijk een beetje saai. Dan kunt u ook hogere getallen opschrijven. Natuurlijk kennen ze deze getallen nog niet bij naam, maar het gaat dan vooral om het goed kijken: welke is hetzelfde?

 

Als het kind een huisnummer heeft gevonden, mag hij of zij deze van de kaart afstrepen. Wie heeft het eerst zijn kaart vol?

Dit is een leuk spel voor kleuters, dat u ook samen met oudere kinderen kunt doen. Experimenteren is goed voor het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid.

 

Vul het bad, de wasbak of een teiltje buiten met (lauw) water en verzamel allerlei objecten, zoals keukengerei, speelgoed, pastaschelpjes, een appel, een koffiekopje, kiezelsteentjes, enzovoort.

 

Leg de voorwerpen één voor één in het water en bekijk of ze blijven drijven of naar de bodem zinken. Laat uw kind de voorwerpen die zinken en de voorwerpen die blijven drijven bij elkaar leggen.

 

Vraag uw kind eens om van tevoren te voorspellen of iets blijft drijven of niet en waarom. “Een potlood drijft omdat het rood is”, kan een kleuter stellig verklaren. Oudere kinderen weten wel dat zware dingen zinken en lichte dingen blijven drijven, maar waarom zinkt een zwaar vrachtschip dan niet naar de bodem?

 

Een leuk filmpje hierover kunt u bekijken via: https://schooltv.nl/video/zinken-en-drijven-spelen-met-de-watertafel/#q=drijven

(Advertentie)

Kleuters hoeven nog niet alle letters te kennen. Dat leren ze in groep 3. Maar het weten wat een letter is en dat deze samen een woord kunnen vormen, daar maken ze al wel kennis mee in groep 1 en 2. Sommige letters kennen de oudste kleuters misschien al wel. Uit hun naam bijvoorbeeld. En in de klas worden er ook spelenderwijs letters aangeboden.

 

Bij deze woordbingo gaat het vooral om het vinden van dezelfde letters en woorden. Om het zien wat letters zijn. En dat deze letters samen een woord maken. Het bevordert de leesrichting (links beginnen) en verrijkt ook de woordenschat. 

 

Bij dit spel print u de woordkaarten en een of meerdere bingokaarten. De woordkaarten hangt u door het hele huis heen. Uw kind of kinderen gaan dan vervolgens met de bingokaarten op zoek naar de woorden die op de bingokaart staan. Wie als eerste alle negen woorden van de kaart heeft gevonden, heeft gewonnen. Mocht printen niet lukken, dan kunt u natuurlijk de woordkaarten zelf maken, samen met uw kind of kinderen.

Tijdens het speuren is het goed om samen naar de letters te kijken en om hardop te lezen welk woord deze letters samen maken.

 

De woordkaarten en de bingokaarten kunt u vinden via:

woordkaarten: woordkaarten

bingokaarten: bingokaarten

Thuis bewegen is natuurlijk ook belangrijk. Tijdens deze leuke beweegles van meester Sander worden tijdens het bewegen ook nog de vormen geoefend. Dubbel leerzaam en dubbel pret.

 

https://youtu.be/d3Z7GucPsyw

Buiten dat kleuren op nummer erg ontspannend is, oefenen de kinderen er ook hun fijne motoriek mee en werken ze tegelijkertijd aan het herkennen van de getallen.

Meester sander heeft een aantal mooie platen op zijn site staan.

 

Veel plezier met kleuren!

 

https://meestersander.nl/wp-content/uploads/2021/01/

(Advertentie)
(Advertentie)

Bij deze oefening leren de kinderen de getallen te herkennen en te tellen.

 

Met stoepkrijt kunnen kinderen zich vaak lang vermaken. Maar het kan ook goed ingezet worden voor het bewegend leren.

 

Schrijf voor deze oefening een aantal cijfers op de stoep of in de tuin. Voor de jongste kleuters de cijfers 1 t/m 5, voor de oudste kleuters - als ze er al aan toe zijn - de cijfers 1 t/m 10. Pas dit gerust aan naar het niveau waar uw kind zich op bevindt.

Bij het eerste spel noemt u gewoon het cijfer en moeten de kinderen zo snel mogelijk op het juiste cijfer gaan staan.

Bij het tweede spel wordt het wat lastiger: klap nu een aantal keren in uw handen. De kinderen moeten tellen hoeveel klappen het zijn en op het juiste getal gaan staan.

(Advertentie)

Het spelen van een toneelstukje met een pop is goed voor de ontwikkeling van de fantasie en het zelfvertrouwen. Het versieren van de handpop is goed voor de motoriek.

 

Wanneer u deze oefening eerst voordoet en zelf een sokpop laat praten, zal een kind snel begrijpen wat de bedoeling is. Laat het kind een sok uitzoeken en om de hand doen als een sokpop. Vraag het kind te bedenken hoe de sokpop heet en waar hij woont. Het kind kan een verhaal bedenken, maar als dat nog te moeilijk is, kan een gewoon vraaggesprek ook.

 

Heeft het kind nog een oude sok met gaten erin? Met stiften kun je een gezichtje tekenen. Met papier en wol kun je oogjes en andere kenmerken maken en op de sok lijmen. Nóg leuker wordt het natuurlijk als papa of mama ook een sokpop heeft, en ze samen een avontuur beleven!

Bij rijmen ontdekken de kinderen dat woorden een zelfde eindklank kunnen hebben. En bij het spelen van memory wordt er gewerkt aan het zelfvertrouwen.

 

Op de website van Juf Sanne kunt u kaartjes waarop plaatjes staan die op elkaar rijmen, downloaden:

https://www.jufsanne.com/rijmen/rijmkaarten%20klein.pdf?x41816

 

Wanneer u van deze kaartjes een aantal rijmwoorden kiest, print, uitknipt en op een wat steviger papier plakt kunt u daar een memory spel van maken. Mocht u niet kunnen printen, dan kunt u ook minimaal 5 rijmende woorden (dus in totaal 10 kaartjes) zelf tekenen. Bij kleuters kunt u het best beginnen met niet te veel kaartjes tegelijk.

 

Laat de kaartjes eerst zien en bespreek wat je ziet. Spreek de woorden die rijmen goed en duidelijk uit en vertel ook dat deze rijmen. Leg vervolgens uit dat de woorden die rijmen bij elkaar horen en dat jullie daar een spel mee gaan spelen: memory. Leg de kaartjes door elkaar ondersteboven op de tafel neer en laat steeds twee kaartjes omdraaien. Als de woorden rijmen, dan mag het kind de twee kaartjes hebben en krijgt dan nog een beurt. Als ze niet rijmen, dan moeten de kaartjes weer omgedraaid terug worden gelegd. Wie heeft de meeste kaartjes aan het eind? Die heeft gewonnen.

Op vrijdag gaan de kleuters altijd gymen. In de grote gymzaal, met alle ruimte, is dat heerlijk. Gymen is goed voor de grove en de fijne motoriek, voor de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen.

 

Thuis is er natuurlijk wat minder ruimte, maar dat betekent niet dat er niet bewogen kan worden. Daar kan ook een parcours worden uitgezet. Als er schilderstape in huis is, dan kunnen hiermee pijlen worden gezet die de kinderen moeten volgen. Maar ook met het utizetten van een speurtocht d.m.v. briefjes met opdrachten (lliefst getekend) kan er een avontuur worden beleefd in huis. Een combinatie hiervan is nog leuker. 

Wat opdrachten betreft kunt u bijvoorbeeld denken aan:

- spring 4 keer als een kikker

- sta 10 tellen op 1 been

- maak een koprol op de bank

- kruip onder de tafel door

- neem deze lepel en leg er een bal op, loop nu naar de andere kant van de keuken en weer terug

- enz enz enz

 

Hoe gekker hoe leuker! Op dit filmpje ziet u een leuk voorbeeld van een parcours in de tuin en in huis: https://youtu.be/kJt4XCpS8KM