WdZ Scheveningen groep 1 en 2
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Juf Lotte, de kinderfysiotherapeute die aan onze school verbonden is, heeft een paar erg leuke en nuttige knutsel-instructiefilmpjes gemaakt. Het werken aan de fijne motoriek staat hierbij voorop.

 

Voor deze oefening is er nodig:

een wit vel papier

stiften of potloden

een prikpen of dikke naald

een schaar

 

Het filmpje kunt u kijken met de link: https://youtu.be/Hj4RzUT0Buk

Het oefenen met de cijfers t/m 10 is iets dat regelmatig terugkomt in de klas. Hoeveel is het samen is ook een belangrijk begrip. Bij het spelen van een spel hiermee oefent het kind niet alleen de cijfers en de begrippen, maar ook hoe om te gaan met winnen en verliezen.

 

Op onderstaande link vindt u de regels van een leuk spel waar niet al te veel voor nodig is: een spel kaarten en en een print van het bjibehorende blad (of zelf gemaakt).

 

https://drive.google.com/file/d/1WbQBLYIlf4J-_tYCT6R9HJyeUg-fDWWm/view

Een kleuter hoeft zeker nog niet alle letters te kennen, maar herkennen... dat kunnen ze vaak al wel. Gewoon door te kijken welke hetzelfde is. Deze oefening is voorbereiding op het lezen.

 

Voor deze oefening heeft u iets nodig waar u de letters op kunt schrijven (op het voorbeeld worden cupcakevormpjes gebruikt), wat bakjes (voorbeeld: een cupcake bakblik) en iets kleins waar de letters op kunnen worden geschreven (voorbeeld: witte bonen). Een permanente stift is daarbij ook wel heel makkelijk. 

 

Begin met niet te veel letters, bijvoorbeeld de s, m, o, e, en b. Schrijf deze op het papiertje of het cupcakebakjke. Leg deze in de bakjes. Schrijf dezelfde letters nu op de witte bonen. Doe er bijvoorbeeld 4 van de s, 4 van de m, etc. Kijk samen met uw kind naar de letters en vertel welke klanken het zijn. De kinderen moeten nu gaan kijken waar ze dezelfde letter zien als op de boon en het in het goede bakje doen. 

 

Als het goed gaat, kunt u het aantal letters uitbreiden.

Het volgende spelletje kunt u met een muziekinstrument doen, maar kan ook heel goed met klappen, tikken met een stokje, etc.

 

In dit spel zijn de kinderen Grote beer en ze moeten reageren op het geluid. 

 

Maak eerst een hard geluid en daarna een zacht geluid. Vraag vervolgens wat het verschil was tussen de geluiden. De termen hard en zacht moeten naar voren komen. Nu gaan we er een spel mee spelen:

 

De kinderen staan met de rug naar u toe. Als u een hard geluid maakt, dan moeten de kinderen hun armen omhoog doen. Als de kinderen een zacht geluid horen, moeten de kinderen de grond aanraken. Natuurlijk kunt u nog veel meer bewegingen hierbij verzinnen, of misschien kunnen de kinderen zelf ook wel iets bedenken. De rollen omdraaien is natuurlijk ook heel leuk.

(Advertentie)
Ga je mee, kleine beer - muziek maken met versje

Met muziek maken ontwikkelen de kleuters hun gehoor en werken ze aan (motorische) speelvaardigheden. Ook hun maat- en ritmegevoel en kennis over muziek wordt vergroot. 

 

Hiervoor heeft u nodig: stokjes, pollepels of iets anders waarmee een ritme kan worden getikt.

 

In het boek "Ga je mee, kleine beer" komen veel geluiden voor. U kunt het filmpje met het prentenboek nog een keertje laten zien voordat u deze les met de kinderen doet, zodat ze weer even weten waar het over ging.

 

Het versje gaat als volgt:

slof slof slof

sip sip sip

plof plof plof

tip tip tip

Ga je mee met kleine beer

We tikken het nu nog een keer

 

Zeg het versje op terwijl u het ritme tikt. Ieder woord is een tik. Daarna kunt u het met het kind samen doen. En misschien kan zij of hij het na een tijdje wel alleen?

Hier boven op deze Yurlspagina leest juf Marion voor uit het prentenboek "Ga je mee, kleine beer"? 

Mocht u graag het voorlezen wat interactiever maken, dan zou u er bijvoorbeeld een wandeling in het bos aan vooraf kunnen laten gaan. Samen luisteren naar wat je daar hoort en het geluid beschrijven. Het geluid proberen na te doen. Bespreken welke geluiden je spannend vind, of mooi, of saai. 

 

Na het voorlezen zouden de kinderen eens kunnen bedenken welke geluiden je nog meer kunt maken met je lichaam. Knippen van vingers. in de handen klappen, met de voeten stampen...

 

Geluiden maken met verschillende dingen in potjes is ook een leuke activiteit hierbij. Vul wat jampotjes met bijvoorbeeld kralen, zand, kleine takjes en luister naar het verschil.

 

Op deze manier gaat het prentenboek nog meer leven en blijven de woorden uit het boek nog beter hangen bij de kinderen.

 

 

We oefenen de fijne motoriek, het tellen en de cijfersymbolen. 

 

Nodig: Wit en gekleurd papier, stift, schaar, lijm, knoopjes / dopjes / …

 

Knip rondjes uit wit papier. Om het iets makkelijker te maken trek je bijvoorbeeld een glas om en knip je daarna het rondje uit. Maak zo een heleboel rondjes. Schrijf onderaan het blad een cijfer. Uit zoveel rondjes bestaat de sneeuwpop en geef de sneeuwpop ook zoveel knoopjes.

 

(Advertentie)

Deze oefening is vooral voor kinderen van groep 2. Hakken en plakken is onderdeel van het fonologisch bewustzijn: het kunnen omgaan met klanken. Hiermee leren kinderen snel woorden herkennen. Het hakken van woorden gaat om het onderscheiden van de klanken in een woord. Je benoemt de klanken; de letters zoals je ze in een woord uitspreekt en niet de alfabetletters. Het woord boom hak je dan in b-oo-m (buh-oo-mm). Bij het plakken plak je de klanken aan elkaar; je benoemt het hele woord. B-oo-m wordt dan weer boom.

 

In dit spel gebruikt u voorwerpen om het hakken en plakken duidelijker te maken. Zoek samen met uw kind wat winterkleding bij elkaar en kies hierbij voor woorden die drie of maximaal vier letters bevatten: das, jas, want, muts, laars, sok, trui. Begin met niet teveel voorwerpen. Start bijvoorbeeld eerst met sok, jas en das. Maak het in de loop van het spel wat moeilijker door voorwerpen met vier letters toe te voegen.

 

Leg de voorwerpen op de grond of op tafel. Bekijk samen goed wat er ligt en benoem de voorwerpen. Hak en plak vervolgens elk voorwerp een keertje. Ik oefen het hakken en plakken altijd met mijn handen erbij om het inzichtelijk te maken voor de kinderen. Ik begin voor de kinderen aan de linkerkant, zodat ze ook de leesrichting leren herkennen. Ik plak mijn handen aan elkaar. Elke klank beweeg ik mijn handen van boven naar beneden. Ik schuif elke klank iets op met mijn handen, zodat de kinderen leren zien dat de klanken een woord vormen en je dat woord van links naar rechts leest. Dus s (een hak in de lucht) ohh (hak) k (hak). Ten slotte beweeg ik een keer met mijn handen van links naar rechts in een vloeiende beweging en noem dan het hele woord.

Na dit voordoen begint het spel. Zeg bijvoorbeeld: pak voor mij de s-o-k (s-oh-k). Laat uw kind vervolgens ook het hele woord zeggen. Als uw kind het nog lastig vindt, kunt u het woord al een beetje plakken en het langgerekt zeggen (= zingend lezen): ssssoooohhhkkkk. 

In dit filmpje van Schooltv - Apennoten wordt er verteld over de winter, over Rusland en over Russiche muziekinstrumenten. Er wordt een leuk liedje gezongen over de winter. https://schooltv.nl/video/apennoten-winter/

 

De tekst van het liedje gaat als volgt:

 

De winter is weer in het land

De dagen worden kort

Heb mijn warme jas al aan

Omdat het kouder wordt

Lalalala lalalala la la la la la

Buiten spelen in de sneeuw

Dat vind ik toch zo fijn

Gelukkig zal het volgend jaar

(la la la la la la la la)

Ook weer winter zijn

Lalalala lalalala la la la la la

 

In het filmpje kinnen de kinderen zien hoe er met lepels muziek bij het liedje kan worden gemaakt. Er een lekkere muts bij op doen of een warme sjaal om maakt het nog mooier.

Op deze site is ook alleen het liedje te luisteren. Dit kunt u gerust een paar dagen achter elkaar herhalen.

 

Het leren van een liedje is goed voor het ontwikkelen van de woordenschat en van het geheugen.

Oefenen met cijfers t/m 10 - bewegend leren

Meester Sander heeft weer een leuke bewegend leren les gemaakt met de cijfers 1 t/m 10. Gaat het cijfer naar boven? Dan moet je springen. Gaat het opzij, dan ga je dezelfde kant op. En natuurlijk roep je hardop welk cijfer het is!

 

https://youtu.be/nvz_bcEcS1Q

Op vrijdag gaan de kleuters altijd gymen. In de grote gymzaal, met alle ruimte, is dat heerlijk. Gymen is goed voor de grove en de fijne motoriek, voor de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen.

 

Thuis is er natuurlijk wat minder ruimte, maar dat betekent niet dat er niet bewogen kan worden. Daar kan ook een parcours worden uitgezet. Als er schilderstape in huis is, dan kunnen hiermee pijlen worden gezet die de kinderen moeten volgen. Maar ook met het utizetten van een speurtocht d.m.v. briefjes met opdrachten (lliefst getekend) kan er een avontuur worden beleefd in huis. Een combinatie hiervan is nog leuker. 

Wat opdrachten betreft kunt u bijvoorbeeld denken aan:

- spring 4 keer als een kikker

- sta 10 tellen op 1 been

- maak een koprol op de bank

- kruip onder de tafel door

- neem deze lepel en leg er een bal op, loop nu naar de andere kant van de keuken en weer terug

- enz enz enz

 

Hoe gekker hoe leuker! Op dit filmpje ziet u een leuk voorbeeld van een parcours in de tuin en in huis: https://youtu.be/kJt4XCpS8KM

(Advertentie)

Het is nu winter en in de winter kan het best wel koud zijn.

We hebben dan mutsen op, wanten aan en een sjaal om, dan blijven ons hoofd, onze handen en onze hals lekker warm.

Er blijft bij mij altijd nog wel iets koud, mijn neus. Hebben jullie daar ook last van?

Ik daag jullie uit om alleen of samen met papa en mama een neuswarmer te ontwerpen.

Je mag tekenen, knippen, plakken, scheuren.

 

Buiten dat kleuren op nummer erg ontspannend is, oefenen de kinderen er ook hun fijne motoriek mee en werken ze tegelijkertijd aan het herkennen van de getallen.

Meester sander heeft een aantal mooie platen op zijn site staan.

 

Veel plezier met kleuren!

 

https://meestersander.nl/wp-content/uploads/2021/01/

Bewegen tijdens het leren helpt bij het beter onthouden. En bewegend leren met Meester Sander is ook nog eens heel leuk. Bij dit filmpje oefent uw kind met de cijfers t/m 12.

 

https://youtu.be/3VDna0KFtQk

Tijdens de kerstdagen, maar ook op de hele gewone dagen zijn er vaak verschillende momenten dat er samen aan tafel wordt gegeten. Samen de tafel dekken is een mooi moment om het tellen te oefenen. U hoeft natuurlijk niet alle oefeningen allemaal tegelijk te doen. Zo wordt het tafeldekken iedere keer een leuk en leerzaam moment.

 

1. Vraag uw kind de borden en het bestek te tellen dat is klaar gezet.

2. Vraag uw kind borden klaar te zetten voor het gezin. Hoeveel zijn er dan nodig?

3. Oma en opa komen ook op bezoek. Hoeveel borden zijn er dan nodig? Laat uw de borden uittellen. En als oom en tante met nichtjes en neefjes ook nog komen?

4. Zet tijdens het tafel dekken te weinig borden neer. Vraag hoeveel borden er te weinig zijn.

5. Zet tijdens het tafel dekken te veel borden neer. Vraag hoeveel borden er te veel zijn.

6. Zet aan de linkerkant van de tafel meer borden dan aan de rechterkant. Vraag waar er meer staan. En waar staan er minder?

7. Leg bestek neer op tafel. Vraag je kinderen iedereen genoeg bestek te geven. Laat uw kind van tevoren vertellen hoeveel hij van elk nodig heeft. Hoeveel vorken? Hoeveel messen en hoeveel lepels?

8. De rangtelwoorden (eerste, tweede, etc) kunt u oefenen door bijvoorbeeld te vragen: leg een servet op het derde bord. Of zet een glas bij het tweede glas.

 

Buiten is het al goed koud. En het heeft al een paar nachten heel licht gevroren. Maar ook als het niet koud genoeg is, kun je proefjes doen met water. Want gelukkig hebben we allemaal een vriezer in huis.

 

Water heeft drie vormen. Het water uit de kraan is vloeibaar. Je kunt het schenken. Maar als het water heel koud wordt, dan wordt het hard. Het moet dan wel 0 graden of minder zijn. Water kan ook in damp veranderen, dan moet het juist weer heel warm worden.

 

In dit filmpje kunt u goed samen met uw kind zien wat er gebeurt met water als het heel koud of heel warm wordt. Leuk en leerzaam is het als het daarna ook echt wordt uitgeprobeerd.

 

https://schooltv.nl/video/3-vormen-van-water-wat-gebeurt-er-met-water-als-je-het-heel-koud-of-heel-warm-maakt/#q=ijs

Op deze pagina vindt u in het thema Winter mogelijkheden van spelend leren om thuis te kunnen doen. Deze manier van lesgeven vergroot de betrokkenheid van kleuters. Het geleerde blijft beter hangen, omdat ze veel zelf ontdekken. Ook bewegen bij het leren helpt.

 

Wij zullen deze pagina regelmatig aanvullen met nieuwe ideeen. We hopen dat u er veel inspratie vandaan haalt om met uw kind(eren) aan de slag te gaan thuis.

Het spelen van een toneelstukje met een pop is goed voor de ontwikkeling van de fantasie en het zelfvertrouwen. Het versieren van de handpop is goed voor de motoriek.

 

Wanneer u deze oefening eerst voordoet en zelf een sokpop laat praten, zal een kind snel begrijpen wat de bedoeling is. Laat het kind een sok uitzoeken en om de hand doen als een sokpop. Vraag het kind te bedenken hoe de sokpop heet en waar hij woont. Het kind kan een verhaal bedenken, maar als dat nog te moeilijk is, kan een gewoon vraaggesprek ook.

 

Heeft het kind nog een oude sok met gaten erin? Met stiften kun je een gezichtje tekenen. Met papier en wol kun je oogjes en andere kenmerken maken en op de sok lijmen. Nóg leuker wordt het natuurlijk als papa of mama ook een sokpop heeft, en ze samen een avontuur beleven!

Wat is het jammer dat de sneeuw die was gevallen zaterdag niet is blijven liggen. Buiten sleeen in het bos is natuurlijk heel erg leuk.

 

Maar in huis kunnen we ook iets doen met een slee. Zoek iets dat kan dienen als helling. Bijvoorbeeld een dienblad, een plank of een heel groot boek. Ook hebben we blokken nodig, of iets anders dat we onder de helling kunnen leggen. Een plastic bakje dat als slee kan dienen is vast ook wel in huis. 

 

Nu gaan we aan de slag. Hoe steil moeten we de helling maken om de slee te kunnen laten glijden? Hoe kunnen we de helling steiler maken? Moeten we er ook poppetjes in zetten, zodat de slee wat zwaarder wordt? Wanneer gaat de slee sneller? Met veel poppetjes of met weinig poppetjes?

 

Een techniekles zoals deze kunt u het beste beginnen met een probleem: Ik zag dat er mensen gingen sleeen. Wat heb je daar allemaal voor nodig? Bedenk dan samen wat handig kan zijn. Soms is het verzamelen van de spullen al genoeg en gaan de kinderen er zelf mee aan de slag. Soms is er wel een beetje hulp bij nodig om de kinderen verder te laten komen. Met een les als deze werken de kinderen aan het probleemoplossend vermogen en ontwikkelen zij hun creativiteit en fantasie. 

Knutselen is goed voor het ontwikkelen van de fantasie en voor het zelfvertrouwen, maar vooral goed voor de fijne motoriek. 

 

Bij het knutselen van een sneeuwpop kunt u denken aan verschillende technieken: knippen, scheuren, verven, tekenen, plakken. Op dit plaatje ziet u verschillende voorbeelden.

 

Welke sneeuwpop ga jij maken? Met wol, wit papier of een oude krant?

Staatsbosbeheer heeft heel veel leuke activiteiten gebundeld die buiten door de kinderen kunnen worden gedaan, in de eigen tuin of omgeving. Ook voor de kinderen in groep 1 en 2 zitten er erg leuke dingen bij. Gaan jullie mee naar buiten?

 

https://www.staatsbosbeheer.nl/doe-opdrachten-voor-in-de-tuin

 

 

Maak in het midden van een blad een grote letter W. Teken eromheen plaatjes van woorden die met de letter W beginnen. Hoeveel kun je er bedenken?

Vraag daarna aan papa of mama een oude krant of tijdschrift waar je uit mag knippen. Zoek de letter w, knip of scheur die uit en plak die ook op je blaadje van de W. Kun je er veel vinden?

Misschien kun je ook thuis op zoek gaan naar spullen die met de letter w beginnen.

Het blad Bobo heeft hier ook een mooi werkblad voor. Deze is te downloaden op https://www.bobo.nl/werkbladen/letters/letter-w/ 

 

Je kunt ook letters en cijfers maken met bijvoorbeeld duplo, lego, kapla, knex of klei. Of met rietjes, satéstokjes, ……

 

Moffel en Piertje maken een sneeuwpop met alles erop en eraan; wortelneus, knoopogen en een warme sjaal. 's Avonds, als Piertje al in bed ligt, kijkt Moffel nog eens uit het raam. Daar staat de sneeuwpop eenzaam in het maanlicht. Best zielig, vindt Moffel. Hij gaat hem daarom lekker binnen zetten, bij de kachel. De volgende ochtend kijkt Piertje uit het raam. De sneeuwpop is weg! En hij staat ook niet meer bij de kachel. Hoe kan dat nou?

 

https://schooltv.nl/video/koekeloere-de-eenzame-sneeuwpop/#q=winter

Knutselen is een gezellige bezigheid en goed voor de fijne motoriek en het stimuleren van de fantasie.

 

Voor deze knutsel heeft u een leeg, schoon melkpak nodig, een schaar en wat lijm. Voor het versieren kan papier of verf worden gebruikt. Takjes van buiten kunnen goed worden gebruikt voor een mooi dak. Leuk is het natuurlijk als er aan het eind wat vogelzaadjes in het vogelhuisje mogen, maar een stukje appel of brood werkt vaak ook.

Mocht u het in huis hebben: het vogelhuisje blijft langer mooi buiten als het wordt ingespoten met haarlak.

 

Maak een gat in het pak en maak het gat niet te hoog (dan kunnen de vogels niet bij het zaad of vallen

ze in het pak). Met verf of ander materiaal kan je het pak versieren. Maak vervolgens nog een gaatje

in het pak. Hier kan je een takje insteken zodat de vogeltjes kunnen zitten. Het vogelhuisje kun je

vullen met zaad en ophangen of natuurlijk ergens neerzetten.

In het filmpje over de winter van schooltv hiernaast  op de yurlspagina laat een van de kinderen een matroesjkapop zien. De begrippen van groot naar klein of van klein naar groot, groot/groter/grootst en klein/kleiner/kleinst is belangrijk voor het voorbereidende rekenen. En dat kan natuurlijk met deze poppen heel goed geoefend worden.

 

Teken of print de matroesjapoppen en laat uw kind deze inkleuren. Knip de poppen vervolgens samen uit en schud ze een beetje door elkaar heen. Kijk vervolgens samen naar de grootte van de poppen: welke is nu het grootst en welke is het kleinst? Bij het neerleggen van groot naar klein of andersom werken we in de klas altijd van links naar rechts, zodat ook de leesrichting al geoefend wordt. Neem een vel papier en wat lijm en laat uw kind de poppen in de goede volgorde opplakken.

In de klas heeft ieder kind zijn of haar eigen stoel. Op de stoel staat een kaartje met daarop de naam van het kind en het plaatje dat hij of zij heeft. Nieuwe kleuters hebben vaak binnen een dag door welke stoel van hen is. De letters van hun naam herkennen ze na een tijdje ook.

 

Hoofdletters gebruiken we in de kleuterklas  nog niet, die leren ze later in groep 3. In de klas spreken we de letters uit zoals ze klinken in een woord. Het woord boom wordt dus: buh - oo - mm. (En niet: Bee, Oo, Em).

Oefenen met deze klanken is heel belangrijk voor de voorbereiding van het lezen en schrijven.

 

Voor deze oefening neemt u de eerste letter van de naam van uw kind. De kleine letter schrijft u groot op een vel en samen met uw kind bekijkt u de letter. Hoe zit deze er uit? Hoe is de klank van de letter? Vervolgens gaat u samen met uw kind kijken of u dingen in het huis kunt vinden die ook deze klank vooraan hebben. Als ze te verplaatsen zijn, dan kan het kind dit onder of bij het vel met de letter neerleggen. Bij het samen boodschappen doen, of buiten tijdens een wandeling kunt u natuurlijk ook nog samen op zoek naar de klank. "Ik zie daar een boom, hoor je daar ook een buh vooraan?" "Daar staat een fiets, hoor je daar ook een buh vooraan?"

 

Na een tijdje kunt u er voor kiezen om een nieuwe letter/klank te behandelen.

De sneeuwman is een film dat bijna elke juf op de WdZ wel een keer laat zien in de winter. Als de kinderen wat moe zijn, en een rustmomentje nodig hebben, is dit een heerlijke film met kalme muziek en een fijne stem. Een film of een boek vaker bekijken is voor kleuters alleen maar prima. Ze herkennen dingen, kunnen vaak benoemen wat er gaat gebeuren en trainen hiermee geheugen.

 

De link naar de film is: https://youtu.be/vGDTAB4Ubqo

Bij de kleuters zijn we bezig met het voorbereidend rekenen. Getallenkennis en het tellen is daarbij natuurlijk heel belangrijk.

 

Dit heeft u nodig nodig:

Een lege schoenendoos, een vel wit of gekleurd papier

 

Zo werkt het:

Laat uw kind een getal kiezen waarmee hij of zij een getallendoos wil maken. Voor jonge kleuters is een getal tot 5 prima, voor oudere kleuters of goede tellers kun je een getal tot 10 nemen.

Plak een mooi vel papier op de schoenendoos en teken (u of uw kind zelf) hier het aantal stippen op van het getal met daarnaast het cijfer.

Nu gaat uw kind zoeken naar kleine spulletje om in de getaldoos te stoppen. Dat moeten er steeds net zo veel zijn als het getal. Bij 3 zoekt het kind dus 3 knikkers, 3 vorken, 3 potloden, 3 onderbroeken, enzovoort.

Met knutselen werken de kinderen aan de fijne motoriek en aan het ontwikkelen van de fantasie. In dit filmpje legt meester Sander uit hoe je een ijsbeer kunt vouwen. Hiervoor is er niet veel meer nodig dan een wit vel papier, wat potloden, eventueel een gekleurd vel papier, lijm en een schaar. Veel plezier!

https://youtu.be/VFzz0-ZMDK8

 

Prentenboek met tekst "Boer Boris in de sneeuw"

Een prentenboek voorlezen is altijd goed voor de woordenschat en het kritisch luisteren. Samen kijken naar de platen, bedenken wat er kan gebeuren, het benoemen van wat je ziet draagt daar zeker ook aan bij. Bij dit prentenboek wordt goed gekeken naar de platen en worden vragen gesteld over wat de kinderen zien en denken. Het boek kunt u bekijken door op presenteren te klikken. Door op het luidsprekertje te klikken, hoort u de tekst. Handmatig kunt u doorklikken naar de volgende pagina. Prentenboek Boer Boris in de sneeuw

Samen een versje aanleren is goed voor het geheugen en de woordenschat. Met bewegingen erbij onthouden de kinderen het nog beter. 

 

Versje winter:

Een muts voor mijn oren (beweging muts opzetten)

Een sjaal voor mijn kin (beweging sjaal omwikkelen)

Wantjes voor mijn handen (twee handen voor je uitsteken)

Ik zit er warmpjes in (jezelf een knuffel geven)

Als het scheuren al heel goed gaat, kunt u met uw kind een stapje verder gaan met het knippen van een kleedje of een sneeuwvlok. Het hanteren van een schaar is goed voor de fijne motoriek. Ook volgen ze hierbij een stappenplan. Het fijnst is als u het eerst een keer voordoet, en daarna samen de handelingen verricht.

 

Voor deze activiteit heeft u een dun blaadje nodig en een schaar. Eventueel kan het kleedje of de sneeuwvlok nog worden versierd.

 

1. Vouw het papier drie keer dubbel. 

2. Knip vervolgens aan de dichte kant verschillende figuurtjes uit.

3. Vouw het blaadje weer uit en bekijk hoe mooi het is geworden.

 

Voor de variatie kan er ook een driehoek worden gevouwen. Leuk om voor het raam te hangen, als echte sneeuwvlokjes. Er kunnen ook servetjes voor worden gebruikt. Omdat deze wat dunner zijn, geeft dat een leuk effect tegen het raam aan.

Buiten in de sneeuw een sneeuwpop maken is natuurlijk fantastisch. Echte goede sneeuw hebben we jammer genoeg niet vaak in Nederland. Maar met deze nepsneeuw kunt u thuis met uw kind(eren) toch ook een sneeuwpop maken. 

 

Bij deze activiteit werken we aan de woordenschat (sneeuw, sneeuwpop, winter, koud), bedenken we wat we allemaal nodig hebben, tellen we de sneeuwballen die we maken voor de pop en zijn we lekker met onze handen bezig.

 

Hiervoor heeft u nodig: een pak maizena, scheerschuim en een kom.

 

Doe een pakje maizena in een bak of kom. Spuit daar steeds kleine beetjes scheerschuim bij. De scheerschuim kneedt u telkens door de maizena. Doe zoveel scheerschuim in de bak tot er een kneedbaar goedje oontstaat.

 

Om een sneeuwbal of sneeuwpop van de sneeuw te maken, moet je aardig wat van je goedje op elkaar drukken, zodat het goed blijft plakken. Het voelt wel echt koud, heel grappig!

 

Met snippertjes papier kunnen er knoopjes, oogjes en misschien ook wel een mooie hoed worden gemaakt voor de sneeuwpop. Een lapje als sjaal en hij is helemaal af.

(Advertentie)
(Advertentie)

In het boek "Ga je mee, kleine beer" hebben we veel gewerkt met geluiden. Luisteren en benoemen van wat je hoort is goed voor de concentratie, het kritisch luisteren en de woordenschat.

 

Een geluidenspeurtocht is overal goed te doen. U kunt hiervoor bijgaande afbeelding printen of de kaart downloaden vanaf de website: https://www.kleuteruniversiteit.nl/wp-content/uploads/2020/04/Kleuteruniversiteit-geluidenspeurtocht.pdf

Maar zelf, samen met uw kind, bedenken welke geludien er buiten allemaal zouden kunnen zijn, hier plaatjes van zoeken of tekenen is misschien nog wel veel leuker en interessanter.

Bij deze oefening leren de kinderen de getallen te herkennen en te tellen.

 

Met stoepkrijt kunnen kinderen zich vaak lang vermaken. Maar het kan ook goed ingezet worden voor het bewegend leren.

 

Schrijf voor deze oefening een aantal cijfers op de stoep of in de tuin. Voor de jongste kleuters de cijfers 1 t/m 5, voor de oudste kleuters - als ze er al aan toe zijn - de cijfers 1 t/m 10. Pas dit gerust aan naar het niveau waar uw kind zich op bevindt.

Bij het eerste spel noemt u gewoon het cijfer en moeten de kinderen zo snel mogelijk op het juiste cijfer gaan staan.

Bij het tweede spel wordt het wat lastiger: klap nu een aantal keren in uw handen. De kinderen moeten tellen hoeveel klappen het zijn en op het juiste getal gaan staan.

Bij rijmen ontdekken de kinderen dat woorden een zelfde eindklank kunnen hebben. En bij het spelen van memory wordt er gewerkt aan het zelfvertrouwen.

 

Op de website van Juf Sanne kunt u kaartjes waarop plaatjes staan die op elkaar rijmen, downloaden:

https://www.jufsanne.com/rijmen/rijmkaarten%20klein.pdf?x41816

 

Wanneer u van deze kaartjes een aantal rijmwoorden kiest, print, uitknipt en op een wat steviger papier plakt kunt u daar een memory spel van maken. Mocht u niet kunnen printen, dan kunt u ook minimaal 5 rijmende woorden (dus in totaal 10 kaartjes) zelf tekenen. Bij kleuters kunt u het best beginnen met niet te veel kaartjes tegelijk.

 

Laat de kaartjes eerst zien en bespreek wat je ziet. Spreek de woorden die rijmen goed en duidelijk uit en vertel ook dat deze rijmen. Leg vervolgens uit dat de woorden die rijmen bij elkaar horen en dat jullie daar een spel mee gaan spelen: memory. Leg de kaartjes door elkaar ondersteboven op de tafel neer en laat steeds twee kaartjes omdraaien. Als de woorden rijmen, dan mag het kind de twee kaartjes hebben en krijgt dan nog een beurt. Als ze niet rijmen, dan moeten de kaartjes weer omgedraaid terug worden gelegd. Wie heeft de meeste kaartjes aan het eind? Die heeft gewonnen.

Bij een dobbelspel zijn de kinderen op een actieve manier bezig met tellen.

 

Dit spel kunnen de kinderen alleen spelen, maar ook met meer. U heeft er een vel papier, een potlood of stift en een dobbelsteen bij nodig. De instructies staan op onderstaande site.

 

Print de sneeuwpop uit via onderstaande site of teken drie rondjes op het papier zoals op het plaatje. Gooi nu om de beurt met een dobbelsteen en teken dat wat bij het aantal stippen staat. Dus als je 1 gooit teken je twee ogen, als je 2 gooit geef je de sneeuwpop een neus enz.

 

https://jufanja.eu/sneeuwpop-dobbelspel/

De begrippen meer en minder zijn belangrijk bij het voorbereidend rekenen. Dit kunt u thuis prima oefenen, bjivoorbeeld bij het tafeldekken (zijn er meer of minder vorken dan messen). Of bij het spelen van een spelletje (heb jij meer of minder punte gehaald).

 

In dit filmpje van meester Sander worden deze begrippen ook geoefend, met winterse taferelen.

 

Rekenbegrippen Meer, Minder En Evenveel - Kleuters - MeesterSander.nl Sander Gordijn (tinytap.it)

Misschien gaat het dit weekend sneeuwen... Dat zou leuk zijn! Maar ook zonder sneeuw kun je sneeuwballen gooien. 

 

Hiervoor heb je eigenlijk alleen wit papier nodig. En een paar pannen, emmers of iets anders waar je ze in kunt gooien.

 

Maak van wit papier proppen. Niet te klein, dan zijn ze te licht. Zet de pannen, bakjes, emmers etc op een rij en probeer de sneeuwballen er in te gooien. De voorste pan geeft 1 punt, de pan daarna 2, etc. Hoeveel punten heb jij bij elkaar? En wie heeft de meeste punten? Die heeft gewonnen.

We gaan meten.

 

Ga thuis op zoek naar een paar sjaals. Misschien heb je er zelf wel een of mama, papa, je broertje of zusje? Leg de sjaals naast elkaar op de grond. Zorg ervoor dat ze aan een kant gelijk liggen. Welke sjaal is het langst en welke het kortst en kun je ze in de goede volgorde leggen van lang naar kort?

 

In de winter, als het buiten koud of nat is, is het vaak heel gezellilg om een spelletje te doen. Het spelen van spelletjes met kleuters kan vaak al best.  Het is goed voor de communicatieve vaardigheden van de kinderen. Ze leren te delen, op hun beurt te wachten, anderen voor te laten gaan en om te gaan met verlies. Maar vlak ook het educatieve aspect niet uit, zoals het leren tellen en herkennen van cijfers, zich focussen en het ontwikkelen van doorzettingsvermogen.

 

Een bordspel zoals ganzenborden kan, wanneer het samen wordt gespeeld met een volwassenen of een ouder kind dat kan lezen al best. Memory, beginnend met niet al te veel kaartjes, kan een kind vaak al na een paar keer uitleggen helemaal zelf spelen. Ook kwartetten lukt vaak samen wel, al zullen de kaarten wel moeten worden neergelegd. 

 

Een kaartspel voor twee personen waarbij meer/minder en hoogste/laagste getal goed wordt geoefend, gaat als volgt. Haal de plaatjes als aas, koning etc uit het spel, zodat alleen de genummerde kaarten over blijven. Bij de jongste kleuters beperkt u het met de getallen 2 t/m 5, de oudere kleuters kunnen het waarschijnlijk al t/m 10. Schud de kaarten vervolgens en verdeel de kaarten in twee stapels. Leg de stapels ondersteboven neer, zodat de getallen niet zichtbaar zijn.

Elke speler trekt nu de bovenste kaart en legt deze in het midden neer. Wie het hoogste getal heeft, mag de twee kaarten hebben. Als het hetzelfde getal is, blijft het liggen tot de volgende beurt. Wie heeft aan het eind de meeste kaarten? Die heeft gewonnen.

 

Dit is een leuk spel voor kleuters en oudere kinderen. Uw kind leert de namen van de kleuren, moet goed luisteren en traint het reactievermogen.

Leg voorwerpen in verschillende kleuren op de grond. Zorg in elk geval voor iets roods, iets geels, iets blauw en iets groens (groep 1). Vul het eventueel aan met de kleuren oranje, paars, zwart, wit, bruin en grijs (groep 2).

 

Basisspel:

Roep een kleur. Je kleuter moet nu zo snel mogelijk het voorwerp met de juiste kleur aanraken.

 

Kleur + lichaamsdeel:

Roep een kleur en ‘hand’ of ‘voet’ (of moeilijker ‘elleboog’, ‘knie’, ‘neus’, ‘billen’). Je kind moet zo snel mogelijk met het genoemde lichaamsdeel het voorwerp met de juiste kleur aanraken. Combineer eventueel met links en rechts (groep 2).

 

Reeksen:

 

Roep een reeks van twee of meer kleuren (rood-geel, blauw-blauw-geel, etc.). Je kleuter moet de kleurenreeks correct uitvoeren.

Combineer kleuren met bewegingen: spring-rood-geel, groen-stampen-blauw

Bij deze bingo zijn de kinderen lekker buiten. Ze leren dat ieder huis een nummer heeft. En - best lastig - dat bijna bij elke straat de nummers steeds 1 getal overslaan: 1, 3, 5 en 7. Of 2, 4, 6 en 8. Ook leren ze de getallen herkennen.

 

Teken voor deze bingo op een aantal vellen 9 vakjes. Schrijf in deze vakjes huisnummers. De kinderen van groep 1 kennen misschien al de getallen van 1 t/m 5, de kinderen uit groep 2 misschien zelfs al t/m 10. Wanneer u door meerdere straten loopt, kunt u het bij deze lage getallen houden. Als u in 1 straat blijft, wordt dat natuurlijk een beetje saai. Dan kunt u ook hogere getallen opschrijven. Natuurlijk kennen ze deze getallen nog niet bij naam, maar het gaat dan vooral om het goed kijken: welke is hetzelfde?

 

Als het kind een huisnummer heeft gevonden, mag hij of zij deze van de kaart afstrepen. Wie heeft het eerst zijn kaart vol?

Dit is een leuk spel voor kleuters, dat u ook samen met oudere kinderen kunt doen. Experimenteren is goed voor het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid.

 

Vul het bad, de wasbak of een teiltje buiten met (lauw) water en verzamel allerlei objecten, zoals keukengerei, speelgoed, pastaschelpjes, een appel, een koffiekopje, kiezelsteentjes, enzovoort.

 

Leg de voorwerpen één voor één in het water en bekijk of ze blijven drijven of naar de bodem zinken. Laat uw kind de voorwerpen die zinken en de voorwerpen die blijven drijven bij elkaar leggen.

 

Vraag uw kind eens om van tevoren te voorspellen of iets blijft drijven of niet en waarom. “Een potlood drijft omdat het rood is”, kan een kleuter stellig verklaren. Oudere kinderen weten wel dat zware dingen zinken en lichte dingen blijven drijven, maar waarom zinkt een zwaar vrachtschip dan niet naar de bodem?

 

Een leuk filmpje hierover kunt u bekijken via: https://schooltv.nl/video/zinken-en-drijven-spelen-met-de-watertafel/#q=drijven

Kimspelletjes zijn spelletjes waarbij de deelnemers hun zintuigen goed moeten gebruiken en moeten proberen te raden wat ze voelen, ruiken, horen, proeven of gezien hebben. Hiermee oefen je de visuele waarneming.

 

Voor dit spel verzamelt u verschillende kledingstukken die in de winter gedragen worden, zoals een sjaal, een muts, wanten, etc. Het samen uitzoeken van de kledingstukken (welke draag je in de winter) en het benoemen van de kledingstukken draagt bij aan de woordenschat.

De kledingstukken leg je op een rij achter elkaar. De ander kijkt goed en moet daarna zijn of haar ogen dicht doen. Degene die de spullen op een rij heeft gelegd verandert iets in de volgorde of haalt iets weg. Heb jij gezien wat er geruild van plek is of misschien mist?

Scheuren is erg goed voor de fijne motoriek en is dus een goede voorbereiding op het vasthouden van een potlood, maar ook het zelf dichtritsen van een jas en het hanteren van een schaar.

De jongste kleuters scheuren om het scheuren zelf. Een kind moet scheuren met het papier tussen de wijsvinger en duim. Deze handeling kan het beste een paar keer worden voorgedaan en eventueel worden begeleid. Zo kan er gericht gescheurd worden. Hoe ouder de kinderen worden, hoe gerichter er gescheurd kan worden. Zijn kleine stukjes scheuren al mogelijk? Laat ze het eens opplakken. Eerst vrij, later in een vorm. 

 

Voor een vorm is het bijvoorbeeld leuk om een sneeuwvlok te printen of te tekenen die ze met de snippers kunnen volplakken. 

Samen kijken en luisteren naar een verhaal, maar vooral ook daarna er over praten draagt bij aan de woordenschat en het kritisch luisteren. Daarnaast is het gewoon heel gezellig en ontspannen.

Vooraf bedenken waar het verhaal over zou gaan en achteraf vragen stellen over het verhaal draagt bij aan het creatief bewustzijn en aan het kritisch luisteren. Kijk bijvoorbeeld eens naar het plaatje: waar denk je dat het verhaal over gaat? Wie doet er in mee? Soms is het handig om van te voren een luistervraag te bedenken: wat zou kikker vinden van de kou? Achteraf kunt u met uw kind bespreken wie er allemaal meededen in het verhaal, wat er gebeurde, hoe het afliep.

 

Het was winter. Er lag sneeuw en ijs. Alle dieren hielden van de frisse kou. Eend in haar verenpak, Varkentje met haar speklaagje en Haas in zijn bontvacht. Alleen Kikker had helemaal niets... https://youtu.be/ktRIcRzvDt0

 

Thuis bewegen is natuurlijk ook belangrijk. Tijdens deze leuke beweegles van meester Sander worden tijdens het bewegen ook nog de vormen geoefend. Dubbel leerzaam en dubbel pret.

 

https://youtu.be/d3Z7GucPsyw

Bij het maken van een pindaslinger kan er op verschillende doelen worden ingespeeld. Denk aan het tellen, maar ook het zien van patronen. Ook de fijne motoriek wordt geoefend bij het rijgen van de pinda's. Kies het liefst voor ongebrande pinda’s, deze zijn beter verteerbaar door de vogels. Ze houden ook erg van rozijnen.

 

Er kan een patroon gemaakt worden. Kies bijvoorbeeld voor een pinda en een rozijn om en om. Maar twee om twee kan natuurlijk ook. Of drie pinda’s en vier rozijnen. Laat dit steeds terug komen.

 

Laat de kinderen de pinda’s en rozijnen tellen. Hoeveel zijn er in totaal? Hoeveel pinda’s heb je en hoeveel rozijnen? Wat is meer? Of is het misschien evenveel?

 

Natuurlijk hang je het buiten op. Elke dag kijk je of er al iets afgesnoept is door de vogels. Tel de pinda’s en de rozijnen. Hoeveel hebben de vogels gegeten?